Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo geschiedde het, als Joab op de [33]stad [34]gelet had, dat hij Uria stelde aan de plaats, waarvan hij wist, dat aldaar strijdbare mannen waren. 33. Namelijk, Rabba, die hij belegerd had; boven, vs.1. 34. Om te vernemen waar de belegerden hun kloekste krijgslieden mochten gebruiken, en om Uria tegen dezelve vooraan te stellen. Anders, wacht tegen de stad gesteld had.